Met enige regelmaat komt het volgende voor. Een bestaand bouwwerk wordt gerenoveerd of verbouwd met extern zichtbare gevolgen en de architect verzet zich wegens aantasting van zijn erfenis. Tot voor kort was dat een enigszins moeilijke hindernis om te nemen.
Architect Dijkstra maakte in deze casus bezwaar tegen de verbouwing van een kantoorpand van zijn hand. Het kantoorpand zou verbouwd gaan worden tot woningen. Hij beriep zich op zijn auteursrechtelijke persoonlijkheidsrechten, op zichzelf al een hand vol terminologie. Bij de Rechtbank en het Gerechtshof ving hij echter bot. Vervolgens was de Hoge Raad aan zet.
Op 29 maart 2019 heeft de Hoge Raad zich over deze vaak voorkomende situatie gebogen. De Hoge Raad heeft na zorgvuldige afweging besloten dat de architect zich alleen dan met succes kan verzetten, als de aantasting (of misvorming of verminking) van het bouwwerk voor de architect reputatieschade met zich brengt. En dat is een behoorlijke inperking van de grond tot verzet voor de architect. Je moet het als verbouwer daarbij natuurlijk niet te bont maken.
Om tot vaststelling van reputatieschade te komen moet beoordeeld worden of het relevante publiek, de ‘hand’ van de betreffende architect ziet in het bestaande bouwwerk. Dat is in de praktijk natuurlijk (bijna) nooit. Hiervan is wat mij betreft allen sprake als het bijvoorbeeld om Alberts en Van Huut (ergonomie, golvende vormgeving en groene inrichting/aankleding) of Berlage gaat. Want het relevante algemene publiek (die in de ‘omgeving’ van het te verbouwen gebouw verblijft en woont) weet helemaal niet wie de architect van een specifiek gebouw ook alweer was/is. Misschien als het gerealiseerd wordt, maar een jaar later zijn ze dat al kwijt. Laat staan dat als een gebouw twintig, dertig of nog veel later wordt verbouwd.
Het brengt wel een belangenafweging met zich, maar u zult begrijpen dat dat in de meeste gevallen tot een negatieve uitkomst voor de architect zal leiden. Ook al heeft hij zich voor open overleg opengesteld, oftewel dat hij accoord gaat als hij aan de verbouwing iets kan verdienen. Voor de praktijk is dit arrest een hele verbetering.