Deze aanvullingswet is begin 2019 bij de Tweede Kamer ingediend en zal in de nieuwe omgevingswet worden geschoven. Daarmee worden onderwerpen opgenomen ten aanzien van onteigening, voorkeursrecht, kavelruil en landinrichting. Het dient ter vervanging van aparte wetten en regelingen zoals nu nog opgenomen in Onteigeningswet, WVG en WILG. Over deze komende aanpassingen wordt veel geschreven, maar echt ingrijpende wijzigingen zijn er overigens niet. In essentie wordt het ene orgaan vervangen door een ander orgaan of de rechtspraak, en vindt aanpassing plaats doordat nieuwe termen worden gebruikt of is sprake van enige vereenvoudiging.
Bij het onteigeningsbesluit/beschikking/bekrachtiging wordt de Kroon vervangen door de gemeente of provincie, beiden in combinatie met de bestuursrechter. Tevens zal de rechtsbescherming in twee instanties gaan plaatsvinden in plaats van nu in één instantie. De bestuursrechter van de rechtbank en de RvS krijgt meer ruimte om zelf te beoordelen en te besluiten.
Ten aanzien van het voorkeursrecht (VR) vinden wat wijzigingen in de grondslagen plaats, die voornamelijk met nieuwe naamgeving van bestaande grondslagen heeft te maken. Bij een onteigening voor de provincie of de staat speelt voortaan alleen een algemeen bijpassend belang een rol. Dat is een andere basis dan het voornemen tot het vaststellen van een inpassingsplan. Verder wordt aan het vervallen van het VR een grond toegevoegd bij het zelfrealisatieverweer, de termijn voor een opvolgend nieuwe VR wordt drie jaar, alle VR-beschikkingen worden ingeschreven in de openbare registers waarna de termijn van het voorkeursrecht pas gaat lopen, de bekendmaking van het VR gaat naar de vervreemder, de algemene mededeling van het VR via media en het verval van het VR moet openbaar bekend worden gemaakt (ook in de openbare registers).
Bij herverkaveling wijzigt niets bijzonders. Bij kavelruil wel maar dan met name ten aanzien van het stedelijk gebied. Deze mogelijkheid wordt geschapen om in het stedelijk gebied de versnipperde eigendomssituatie op te lossen, denk daarbij bijvoorbeeld ook aan appartementsrechten. Deze nieuwe mogelijkheid tot kavelruil kan straks middels de Omgevingswet veel kostenefficiënter en sneller tot stand worden gebracht, dan op basis van de ‘gewone’ ruilovereenkomst in het Burgerlijk Wetboek. Maar let op: kavelruil is, in tegenstelling tot herverkaveling, een vrijwillige overeenkomst/-akte.
Voor het bijdragen in de overheidskosten wordt de mooie term grondexploitatie(-overeenkomst) vervangen door kostenverhaal(-overeenkomst). Sommige onderdelen worden qua plek in de omgevingswet verplaatst, en een aantal regels in het Wro en Bro worden vereenvoudigd of minder strikt gehanteerd. Voor het overige blijft de algemene lijn wel in stand. Wel hoopt de wetgever dat door deze aanpassingen binnenstedelijke ontwikkelingen sneller tot stand komen.
Het zal nog enige tijd in beslag nemen voordat de aanvullingswet wordt ingevoerd, maar voor nu heeft u de hoofdlijnen wel op uw netvlies. Wij zullen zien wat door allerlei amendementen aan de huidige opzet verandert. U verneemt dat van ons.
Wilt u hierover meer weten, bel of mail ons.